Ik denk nooit in beperkingen maar altijd in mogelijkheden. Uitgaan van het positieve, daar gaat het om. Wat kan een kind wél en dat verder uitbouwen. Succeservaringen vergroten en laten ervaren dat fouten maken mag. Dat ze daar juist van leren. Dat ze mogen zijn wie ze zijn en dat ze over hun angsten heen durven stappen waardoor het zelfvertrouwen groter wordt.
Iedere dag, of nog beter, iedere les, krijgen kinderen een nieuwe kans om het anders te doen. Gedrag is nooit altijd, het komt en gaat. Mijn uitdaging is altijd een ingang te vinden bij een kind om hem of haar gemotiveerd te krijgen. Wat kan ík en wat kunnen de kinderen zelf doen om tot leren te komen? En dan heb ik het niet over taal en rekenen alleen, maar ook over het leren van sociale, emotionele of fysieke vaardigheden.
Door de wet passend onderwijs is er veel veranderd in het speciaal onderwijs. Soms blijven leerlingen te lang hangen in het reguliere basisonderwijs voordat ze bij ons komen. Die kinderen hebben meestal een trauma opgelopen. Ze zijn gepest of hebben faalangst. Als ze dan bij ons komen, schuurt het vaak met klasgenoten die hier al vanaf het begin rondlopen.
Kinderen die aandacht geven zodat ze als individu gaan groeien en bloeien. Daarom doe ik wat ik doe.
Saskia Groot
Je zou kunnen zeggen dat ik een trouwe inborst heb, ik werk namelijk al 23 jaar bij Heliomare Onderwijs. Ik begon als assistent van de gymdocent en ben doorgegroeid naar leerkracht. Mooie verhalen zijn er dan ook vele. De meest recente is een jongen die vanaf de kleuters bij ons op school zat. Mijn duo-collega en klassenassistent kregen hem in de klas toen hij 9 was. Hij had in het leven een moeilijk pad bewandeld en werd weggeschreven als een moeilijke jongen die problematisch gedrag vertoonde, niet luisterde en niets wilde. Niet op school en niet thuis.
Door in hem te investeren, hem een aai over zijn bol te geven en door hem te belonen, bloeide hij op. Hij ging met steeds meer plezier naar school. Hij kwam tot lezen, leerde rekenen, ging inzien dat hij dingen wél goed kon en durfde aan te geven wanneer hij iets moeilijk vond. Voorheen ging hij op zulke momenten om zich heen slaan. Zijn moeder, met wie het contact steeds beter werd, vertelde dat het thuis ook goed met hem ging. Daar ben ik dan eigenlijk het meest trots op. Het is natuurlijk mooi wanneer een kind lekker gaat op school, maar school is een veilige setting. Als je dan hoort dat de thuissituatie ook is verbeterd, raakt mij dat.
Daarom doe ik wat ik doe. Kinderen die aandacht geven zodat ze als individu gaan groeien en bloeien. Vier jaar heeft deze jongen bij ons in de klas gezeten. Met tranen in mijn ogen heb ik hem afgegeven aan het vso.